Bedrijfsongevallen met giftige stoffen

Bedrijfsongevallen met giftige stoffen

Voor werknemers in onder andere de industriële reinigingssector is het een bekend en reëel gevaar: een bedrijfsongeval waarbij giftige stoffen zijn betrokken. In een uitspraak van 17 juli 2018 haalt het hof ‘s-Hertogenbosch nogmaals aan dat van de werkgever vergaande veiligheidsmaatregelen mogen worden verwacht om (lichamelijk) letsel bij werknemers te voorkomen.

Feiten
Op 23 september 2009 overkomt een industrieel reiniger uit België een bedrijfsongeval waarbij hij de giftige stof calcine inademt. De werknemer loopt letsel op aan zijn longen en strottenhoofd. Het ongeval doet zich voor tijdens het schoonmaken van een filterinstallatie in een besloten ruimte. De werknemer draagt een veiligheidsmiddel bij het schoonmaken van de installatie. Hij draagt namelijk een halfgelaatmasker. Tijdens het schoonmaken van de filterinstallatie komt door trillingen de stof calcine vrij. Ondanks dat de werknemer een halfgelaatmasker draagt, ademt hij de giftige stof calcine in. De werknemer stelt zijn werkgever door middel van een kort geding aansprakelijk voor de door hem geleden en nog te lijden schade.

Oordeel Hof ‘s-Hertogenbosch in tussentijds hoger beroep
Het hof oordeelt dat vaststaat dat de werknemer schade heeft opgelopen tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden. Het is daarom aan de werkgever om te stellen en aannemelijk te maken dat zij al die maatregelen heeft genomen en al die aanwijzingen heeft gegeven die redelijkerwijs nodig waren om letsel bij de werknemer te voorkomen. De werkgever stelt dat zij die maatregelen inderdaad heeft genomen, onder andere door de werknemer een halfgelaatmasker ter beschikking te stellen zoals door de Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt voorgeschreven en door te werken met een vast (veiligheids)protocol.

Het Hof ‘s-Hertogenbosch volgt de werkgever niet in haar stellingen. Volgens het Hof was de werkgever bekend met het feit dat zich calcine in de filterinstallatie bevond, dat calcine giftig is en dat calcine los zou kunnen komen door trillingen. Omdat dit allemaal bekend was, konden van de werkgever zodanige maatregelen worden verwacht, dat effectief zou worden voorkomen dat de werknemer gezondheidschade zou oplopen als de calcinehoudende stof in de lucht zou komen. De werkgever kon die maatregelen ook daadwerkelijk nemen door aan de werknemer een volgelaatmasker mee te geven in plaats van een halfgelaatmasker of door de werknemer een volgelaatmasker mee te geven met een onafhankelijk persluchttoestel. Dat een volgelaatmasker (met een onafhankelijk persluchttoestel) niet wordt voorgeschreven door de Arbeidsomstandighedenwetgeving, doet daar – mede gezien de bekendheid van de werkgever met de aanwezigheid en giftigheid van de calcinehoudende stof – niet aan af. In het geval van een dergelijke gevaarlijke situatie mag van de werkgever worden verwacht dat zij zodanige verdergaande beschermingsmaatregelen neemt en handhaaft dat letsel effectief wordt voorkomen. De werkgever is daarom (voorlopig) aansprakelijk voor de door de werknemer geleden en nog te lijden schade.

Conclusie
Bij bedrijfsongevallen met giftige stoffen heeft de werkgever een verhoogde zorgplicht. Het feit dat een werkgever voldoet aan de Arbeidsomstandighedenwetgeving is niet voldoende om aan te nemen dat een werkgever aan haar zorgplicht heeft voldaan. Dit geldt in het bijzonder wanneer de werkgever bekend was met het gevaar en de werkgever verdergaande veiligheidsmaatregelen had kunnen nemen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2018:3116